Hoe dat toch zit met reverse T3

Je hele lijf is ingericht om de FT3 zo constant mogelijk te houden. De reverse T3 (rT3) is een maat voor schildklierhormoonafval.


De rT3 varieert sterk. Want de behoefte van onze cellen varieert per 24 uur. De rT3 speelt geen rol in de schildklierhuishouding zelf. Het maakt deel uit van een evenwichtige schildklierhuishouding. De hoogte van rT3 is een gevolg van goed schildklierhuishoudingsbestuur.


Men behandelt geen rT3. Men behandelt een teveel aan FT4 (hyperthyreoïdie) of een tekort aan FT4 (hypothyreoïdie). Het is een afvalemmer voor die hoeveelheid FT4 die het weefsel op dat moment niet wenst om te zetten in gewone T3. Deze hoeveelheid wordt gedumpt als rT3.

Niet voor niets heeft de evolutie ervoor gezorgd dat de FT4 een grote halfwaardetijd heeft van maar liefst een week. Zo kan de T4 als een prettige voorraadbak dienen voor alle weefsels die op een zelf gekozen moment behoefte hebben in omzetting naar T3 of rT3 of in andere stoffen, die weg moeten of die direct omgezet moeten worden of die als voorraad dienen. Een vrije keuze.

Maar rT3 is géén voorraad. Het is afval. Met flinke variatie. Prima huishouding

Door de kleine halfwaardetijd van T3 (21 uur) bestaat er de mogelijkheid om snel in te grijpen in hoeveelheden die gevraagd worden door de weefsels.

Je schildklier maakt vooral T4 aan. En daarnaast een klein beetje T3 om hormoonschommelingen en -vereisten zo snel mogelijk op te vangen. Dat is de enige functie van de schildklier-T3.

Het is van belang om het niveau van de FT3 zo constant mogelijk te houden. Zodra men T3-pillen gaat slikken, begrijp je al wat er gebeurt: aanvankelijk stijgt de T3 en de FT4 daalt, evenals de TSH. En voor het begrip: door T3-pillen jaag je ook je rT3 omhoog.






Reacties