Aandoeningen van de schildklier komen vaak voor (geschatte prevalentie 1-4%). Hoewel schildklieraandoeningen in de meest uitgesproken vorm gemakkelijk herkend kunnen worden, vertonen patiënten vaak symptomen en / of tekenen die niet-specifiek zijn voor een schildklieraandoening. De bevestiging van de diagnose hangt meestal af van nauwkeurige meting en interpretatie van schildklierfunctietests.
How to interpret thyroid function tests
Clin Med (Lond). 2013 Jun; 13(3): 282–286 | doi: 10.7861/clinmedicine.13-3-282
In de meeste gevallen zijn de resultaten van schildklierfunctietests duidelijk. Vaak vertonen de tests een bekend patroon dat gemakkelijk te herkennen is. In een belangrijke subgroep van patiënten kunnen de tests echter verwarrend lijken. In beide artikelen worden de belangrijkste oorzaken behandeld van veelvoorkomende patronen van abnormale schildklierfunctietests. Een eenvoudige strategie voor nader onderzoek wordt voorgesteld in het eerste artikel.
How to interpret thyroid function tests
Clin Med (Lond). 2013 Jun; 13(3): 282–286 | doi: 10.7861/clinmedicine.13-3-282
Colin M Dayan | Schildkliertje
In de meeste gevallen zijn de resultaten van schildklierfunctietests duidelijk. Vaak vertonen de tests een bekend patroon dat gemakkelijk te herkennen is. In een belangrijke subgroep van patiënten kunnen de tests echter verwarrend lijken. In beide artikelen worden de belangrijkste oorzaken behandeld van veelvoorkomende patronen van abnormale schildklierfunctietests. Een eenvoudige strategie voor nader onderzoek wordt voorgesteld in het eerste artikel.
Kernpunten
- De resultaten van schildklierfunctietests moeten altijd worden geïnterpreteerd in het licht van de klinische toestand van de patiënt: hypothyreoïdie, euthyreoïdie of hyperthyreoïdie.
- Bewustwording van de aandoeningen en / of aandoeningen die kunnen worden geassocieerd met verschillende patronen van schildklierfunctietesten is de leidraad voor verder onderzoek en beheer.
- Verwarrende factoren die de schildklierstatus kunnen beïnvloeden (bijv. bijkomende niet-schildklieraandoeningen of medicatie) moeten worden uitgesloten voordat verder biochemisch, radiologisch of genetisch onderzoek wordt gestart.
- Screening op interferentie met schildklierhormoon (T4 en T3) en / of TSH laboratoriumtests moet worden overwogen bij elke patiënt met ogenschijnlijk afwijkende of dissonante schildklierfunctietests.
- Verwijzing naar een gespecialiseerd laboratorium en / of endocriene dienst is vereist wanneer afwijkende of tegenstrijdige schildklierfunctietests niet gemakkelijk kunnen worden verklaard door verstorende bijkomende ziekten, medicatie of assayinterferentie (hama).
Reacties
Een reactie posten