Levothyroxine als tablet, zachte gel of vloeistof: truc of traktatie?

Levothyroxine (LT4) wordt gebruikt door ruim 5% van de volwassen bevolking. Voor een optimale werkzaamheid vereist de traditionele tabletformulering (LT4tab) dat patiënten gelijktijdige inname vermijden met voedsel, dranken en bepaalde medicijnen. Ook is een uitstekende therapietrouw vereist. Sommige tegelijkertijd voorkomende ziekten beïnvloeden de biologische beschikbaarheid van LT4 en kunnen herhaalde dosisaanpassingen noodzakelijk maken.

New Formulations of Levothyroxine in the Treatment of Hypothyroidism: Trick or Treat?
Endre V. Nagy, Petros Perros, Enrico Papini, Monika Katko, Laszlo Hegedüs
Capsules en vloeibare levothyroxine en hun mogelijke toepassing
Schildkliertje
Schildklierforum

Er wordt verondersteld dat nieuwe LT4-formuleringen (zachte gel [LT4soft] en vloeistof [LT4liq]) met van tevoren opgelost LT4 beter opgenomen worden dan LT4tab. Daardoor zou de biologische beschikbaarheid van LT4 verbeteren. Deze formuleringen zijn dus wellicht geschikter dan LT4tab voor patiënten bij wie de dagelijkse behoefte onderhevig is aan variaties in biologische beschikbaarheid.

Samenvatting

Bewijs en aanwijzingen voor het gebruik van nieuwe LT4-formuleringen zijn onderzocht. Bio-equivalentie is vastgesteld voor LT4soft en LT4liq toegediend aan gezonde vrijwilligers in vergelijking met LT4tab in farmacokinetische (PK). Toch lijkt de therapeutische equivalentie van de nieuwe formuleringen in verschillende klinische omgevingen te verschillen.

Er zijn aanwijzingen dat met de nieuwe formuleringen van LT4 mogelijk de strikte vereisten niet meer gelden voor gelijktijdige inname met voedsel, dranken en bepaalde medicijnen, zoals die gelden voor traditionele LT4-tabletten. De belangrijkste indicatie is bij geselecteerde patiënten met ziektefluctuaties en intermitterende therapieën met storende medicatie, waarbij de noodzaak van frequente dosisaanpassingen en artsbezoeken kan worden verminderd.

Of het gebruik van LT4soft of LT4liq bij patiënten met een verminderde maagzuursecretie resulteert in een betere beheersing van hypothyreoïdie dan met LT4tab, blijft onduidelijk.

Dosisaanpassingen kunnen nodig zijn door therapieontrouwe van de patiënt, gelijktijdige medicatie, maag- en darmaandoeningen, overschakeling tussen generieke en merkgebonden LT4-producten, dieet en veranderingen in lichaamsgewicht.

Klinische indicaties voor LT4liq en LT4soft

LT4liq en LT4soft zijn aanzienlijk duurder dan LT4tab, en bij gebrek aan gegevens over de kosteneffectiviteit moeten artsen voorzichtig zijn met het voorschrijven ervan. Patiënten met stabiele comorbiditeit kunnen worden behandeld met hoger dan gemiddelde doses LT4tab. Bij sommige patiënten vereisen fluctuaties in maag-darmaandoeningen en wisselende medicatie echter frequente dosisaanpassingen van LT4tab. Deze patiënten kunnen het meest profiteren van LT4liq of LT4soft. 

Minder frequente biochemische monitoring en dosisaanpassingen kunnen leiden tot verhoogde patiënttevredenheid. Een recente studie vond echter geen verbeterde therapietrouw van patiënten met LT4soft.

Een aanzienlijk aantal hypothyreoïdiepatiënten is niet in staat om gedurende 30 minuten na inname van LT4tab consequent voedsel en dranken te vermijden, wat een aanzienlijke belasting kan zijn. In veel gevallen kan dit worden verholpen door de timing van LT4tab-toediening te verschuiven naar bedtijd. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan is overstappen op LT4liq en LT4soft wellicht een optie.

Conclusies

Het bewijs voor het gebruik van LT4soft en LT4liq in de klinische praktijk boven LT4tab is zwak en de onderliggende vermeende farmacotherapeutische eigenschappen zijn onduidelijk. Er zijn aanvullende studies nodig om deze potentiële voordelen te onderzoeken, de kosteneffectiviteit te bepalen en de farmacotherapeutische eigenschappen te begrijpen die betrokken zijn bij nieuwe LT4-formuleringen.

Theoretisch kan worden verwacht dat LT4liq en LT4soft beter presteren dan LT4tab wat betreft biologische beschikbaarheid bij patiënten die met tussenpozen worden behandeld met storende medicatie of met een wisselende ernst van maag-darmaandoeningen. Er blijft een lange lijst met onbeantwoorde vragen over. Gezien het aanzienlijke aantal patiënten dat ontevreden is over de behandeling met LT4tab en de toenemende vraag naar gecombineerde LT4- en LT3-preparaten, is het dringend nodig om duidelijk te maken of nieuwe LT4-formuleringen van nut kunnen zijn voor deze patiënten. Verdere robuuste studies met voldoende kracht zijn nodig om deze vragen te beantwoorden en evidence-based richtlijnen te geven.





Reacties