Op de patiënt afgestemde dosering van levothyroxine met een computerprogramma

Na zeven decennia levothyroxine (LT4) substitutietherapie duurt het aanpassen van de dosering bij de individuele patiënt nog steeds enkele maanden tot jaren. Onderzoekers hebben een hulpmiddel (DAT) ontwikkeld dat de farmacometrie van LT4 modelleert en een op de patiënt afgestemde dosering mogelijk maakt. Het doel hiervan is om de doseringsaanpassingen voor patiënten na een totale thyreoïdectomie (totale verwijdering van de schildklier met een operatie) te versnellen.

Patient-tailored Levothyroxine Dosage with Pharmacokinetic / Pharmacodynamic Modeling: A Novel Approach after Total Thyroidectomy
Thyroid / 2021 juni 22
Schildklierforum

Methoden

Het DAT-computerprogramma werd ontwikkeld met een groep van 46 patiënten na thyreoïdectomie. Het programma werd vervolgens toegepast bij 145 niet-geselecteerde patiënten die waren opgenomen voor totale thyreoïdectomie voor struma, gedifferentieerde schildklierkanker of thyreotoxicose. 

De LT4-dosering werd na slechts twee weken aangepast, met of zonder toepassing van de DAT, die individuele vrije thyroxine (fT4)-doelen berekende op basis van vier herhaalde metingen van fT4- en TSH)-niveaus. Het individuele TSH-doel was ofwel <0,1, 0,1-0,5 of 0,5-2,0 mIE/L, afhankelijk van de diagnose. 

De initiële postoperatieve LT4-dosering werd bepaald volgens klinische routine zonder gebruik te maken van algoritmen. Een vereenvoudigde DAT met een populatiegebaseerd fT4-doel werd gebruikt voor thyrotoxische patiënten die vaak geopereerd werden na langdurige TSH-onderdrukking. Daaropvolgende LT4-aanpassingen werden elke zes weken uitgevoerd totdat de beoogde TSH was bereikt.

Resultaten

Toen clinici werden geleid door de DAT, voldeed 40% van de patiënten met struma en 59% van de patiënten met kanker acht weken na de operatie aan de smalle TSH-doelen, vergeleken met respectievelijk slechts 0% en 19% van de controles. De TSH was binnen het normale bereik bij 80% van de DAT/struma-patiënten acht weken na de operatie in vergelijking met 19% van de controles. De DAT verkortte de gemiddelde aanpassingsperiode van de dosering met 58 dagen in de strumagroep en 40 dagen in de kankergroep. Voor thyreotoxische patiënten leidde de toepassing van de vereenvoudigde DAT niet tot een verbetering van de dosisaanpassing

Conclusies

Toepassing van de DAT in combinatie met vroege postoperatieve TSH- en fT4-monitoring biedt een snelle benadering van LT4-dosering na totale thyreoïdectomie voor patiënten met struma of gedifferentieerde schildklierkanker. Schatting van de individuele TSH-fT4-dynamiek was cruciaal om het model te laten werken, aangezien het verwijderen van deze functie in het toegepaste model voor thyrotoxische patiënten ook het voordeel van de DAT teniet deed.

Reacties