Onderzoek bijwerkingen na medicijnwissel

Bijna vijfduizend meldingen kreeg het Bijwerkingencentrum Lareb de afgelopen vijftien jaar binnen van patiënten die klachten hadden na het wisselen van medicijnen. “We zien een duidelijke toename in de meldingen over de laatste jaren”, zegt directeur Agnes Kant. “Het is het topje van de ijsberg, lang niet iedereen meldt zich bij ons.”


Geneesmiddelen voor ADHD, schildklieraandoening, inhalatoren voor astmapatiënten en anti-epileptica: het is een greep uit de medicijnwisselingen waarover het Bijwerkingencentrum Lareb de afgelopen jaren meerdere meldingen binnenkreeg. “In vijftien jaar ontvingen we bijna vijfduizend meldingen van medicijnwisseling”, aldus Kant.

Tekorten

Mensen wisselen van medicijn, omdat een bepaald geneesmiddel niet voorradig is. Al zeven jaar kampt Nederland met medicijntekorten; die nemen volgens de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP) de laatste jaren verder toe. Een andere reden waarom mensen overstappen op een vergelijkbaar middel is vanwege het inkoop- en preferentiebeleid van apothekers en zorgverzekeraars die inzetten op andere, meestal goedkopere, geneesmiddelen.

Volgens het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) zou het wisselen vanuit medisch oogpunt zonder problemen mogelijk moeten zijn. Dit omdat er in principe geen verschillen zouden zijn tussen merkloze, oftewel generieke geneesmiddelen onderling, of in vergelijking met een merkgeneesmiddel. Dat is gewoon niet waar. De werkende stof in de middelen kan dan wel dezelfde zijn, maar de hoeveelheid, bio-equivalentie, kleur, vorm en hulpstoffen kunnen onderling verschillen.

Zoekwoorden





Reacties