Evaluatie gebruik richtlijn schildkliercarcinoom

In 2015 is de richtlijn schildkliercarcinoom gereviseerd. Deze multidisciplinair evidence-based richtlijn bevat aanbevelingen en instructies voor de diagnostiek en behandeling van schildkliercarcinomen. In deze evaluatie is door middel van indicatoren bekeken in hoeverre een zestal in de gereviseerde richtlijn genoemde aanbevelingen in de klinische praktijk zijn nageleefd.

De benodigde gegevens zijn verzameld door datamanagers van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR), waarvan Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) de houder is. In de evaluatie is gebruik gemaakt van (extra verzamelde) gegevens over incidentiejaar 2016.


Uit de richtlijnevaluatie blijkt dat de implementatie van cytologische verslaglegging volgens het Bethesda systeem (97% volgde het Bethesda systeem) en het echogeleid uitvoeren van de cytologische puncties (96%) goed is verlopen.

Daarnaast adviseert de richtlijn om voor de verslaglegging van schildklierresecties gebruik te maken van een standaardverslag/minimum dataset met criteria die van belang zijn voor de prognose en behandeling van schildkliercarcinoompatiënten. Uit de evaluatie blijkt dat in 80% van de verslagen tenminste 1 criteria ontbreekt. Met name de items multifocaliteit, lymfeklieren onderzocht en kapselinvasie ontbreken vaak, respectievelijk in 57%, 45% en 30% van de beoordeelde verslagen. Geadviseerd wordt het PALGA protocol voor een gestandaardiseerde verslaglegging van het schildliercarcinoom te hanteren.

Bij 9% van de patiënten waarbij klieren werden verwijderd (cN+) gebeurde dit in eerste instantie middels node picking i.p.v. een halsklierdissectie. Bij jonge patiënten (18 – 44 jaar) kwam node picking het meest voor (14%). In opleidingsziekenhuizen kwam dit iets vaker voor dan in academische centra (12% vs 7%).

Ruim een meerderheid (63%) van de laag risico patiënten wordt behandeld met een lage dosis Jodium131 (1.1 GBq) zoals geadviseerd in de richtlijn. Er bestaat echter wel een variatie tussen ziekenhuizen, met name de academische centra volgen deze aanbevelingen op. Het inzetten van regionaal overleg om de lage dosering van I-131 behandeling voor laag-risico patiënten te bespreken kan leiden tot meer uniformiteit en toepassing.

Bij slechts 25% van de geopereerde patiënten was de risicostratificatie terug te vinden in het post MDO verslag. Betere implementatie van het stratificeren van patiënten in laag en niet laag risicogroepen is gewenst.

Negen procent van de patiënten met een schildkliercarcinoom presenteert zich met primaire afstandsmetastasen. Van deze groep werd 63% behandeld (N=40) verdeeld over 20 ziekenhuizen. Gezien de lage aantallen lijkt concentratie van de besluitvorming en behandeling van de groep patiënten aan te bevelen.

Reacties