De werking van de schildklier kan door allerlei oorzaken verstoord raken. De schildklier maakt dan bijvoorbeeld te weinig of te veel hormoon. Schildklierhormoon oefent op alle organen invloed uit. Het regelt de groei, de stofwisseling, en de ontwikkeling en werking van het centraal zenuwstelsel. Te veel of te weinig schildklierhormoon heeft invloed op aandacht, concentratie (denkvermogen), agressiviteit, angst en seksualiteit.
Typerend voor iemand met een snelle schildklier zijn rusteloosheid, overactiviteit en gevoelens van agressie. Genoemd worden ‘een constante onrust voelen’, ‘geen moment stil kunnen zitten’, ‘het gevoel te hebben uit elkaar te kunnen barsten, alsof het van binnen kookt’, ‘op en top gespannen zijn, als het ware onder stroom staan’. De dwang om steeds maar bezig te moeten zijn en de onmogelijkheid je te concentreren op je bezigheden, kan uitmonden in agressie. Ook een geluid of bepaald gedrag van huisgenoten, kan makkelijk agressie opwekken en leiden tot uitbarstingen, ruzie en geschreeuw.
Als de diagnose is gesteld en de behandeling begonnen is, wordt de oorzaak van het afwijkende gedrag pas duidelijk. Vaak hoort de patiënt dan pas hoe hij of zij veranderd was en hoe moeilijk het om met hem of haar om te blijven gaan. Het zal niemand verbazen dat bij deze patiënten veel verbroken relaties voorkomen. Van groot belang is dat patiënt en partner op een zo vroeg mogelijk tijdstip op de hoogte zijn van de gevolgen van een functiestoornis van de schildklier.
Herken jij deze klachten?
Als de schildklier te veel schildklierhormoon maakt, veroorzaakt dat overactiviteit met onder andere:- rusteloosheid
- verscherpte waarneming (overgevoeligheid voor geluid)
- nervositeit
- concentratiestoornissen
- prikkelbaarheid, ongeduldigheid
- versterkt emotioneel gedrag
- angst (bijv. straatvrees)
- verhoogde spanning
- wisselende depressieve gevoelens
- huilbuien
Typerend voor iemand met een snelle schildklier zijn rusteloosheid, overactiviteit en gevoelens van agressie. Genoemd worden ‘een constante onrust voelen’, ‘geen moment stil kunnen zitten’, ‘het gevoel te hebben uit elkaar te kunnen barsten, alsof het van binnen kookt’, ‘op en top gespannen zijn, als het ware onder stroom staan’. De dwang om steeds maar bezig te moeten zijn en de onmogelijkheid je te concentreren op je bezigheden, kan uitmonden in agressie. Ook een geluid of bepaald gedrag van huisgenoten, kan makkelijk agressie opwekken en leiden tot uitbarstingen, ruzie en geschreeuw.
Veranderde persoonlijkheid
Te veel schildklierhormoon kan leiden tot een verandering van de persoonlijkheid. Partner, huisgenoten en collega’s herkennen de persoon soms nauwelijks meer. Ze begrijpen ook de reden niet van de verandering. De patiënt weet het zelf ook niet en kan het dus ook niet uitleggen. Deze situatie legt een grote druk op partner, huisgenoten en collega’s op het werk. Zij moeten zich vaak in allerlei bochten wringen om de sfeer goed te houden.Als de diagnose is gesteld en de behandeling begonnen is, wordt de oorzaak van het afwijkende gedrag pas duidelijk. Vaak hoort de patiënt dan pas hoe hij of zij veranderd was en hoe moeilijk het om met hem of haar om te blijven gaan. Het zal niemand verbazen dat bij deze patiënten veel verbroken relaties voorkomen. Van groot belang is dat patiënt en partner op een zo vroeg mogelijk tijdstip op de hoogte zijn van de gevolgen van een functiestoornis van de schildklier.
Reacties
Een reactie posten