Schildklierhormoonstatus en kwaliteit van leven in LifeLines Cohort studie

Schildklieraandoeningen komen veel voor in de westerse samenleving, toch melden veel mensen een beperkt aantal klachten en symptomen bij de diagnose. Dat geldt vooral bij hypothyreoïdie. De onderzoekers wilden weten of de gezondheids-gerelateerde kwaliteit van leven (HR-QOL) minder is bij personen met schildklierhormoon functietests die grotere afwijkingen laten zien.

Thyroid Hormone Status and Health-Related Quality Of Life in the LifeLines Cohort Study
EI Klaver, HCM van Loon, R Stienstra, TP Links, JC Keers, IP Kema, AC Muller Kobold, MM Van der Klauw, BHR Wolffenbuttel
Thyroid. -Not available-, ahead of print. doi:10.1089/thy.2013.0017.

Deelnemers aan dit onderzoek deden ook mee aan de LifeLines Cohort studie tussen december 2009 en augustus 2010. Bij 9491 westelijke Europese deelnemers (gemiddelde leeftijd 45 jaar; 3993 mannen en 5498 vrouwen), zonder huidig of vroeger gebruik van schildkliermedicijn, werd de kwaliteit van leven (HR-QOL) beoordeeld met de ‘RAND 36-Item Health Survey’ (RAND-36; een testmethode) tussen personen met normale TSH-waarden en personen met een gestoorde schildklierhormoonstatus (serum TSH, vrij T4 en vrij T3). De invloed van mogelijke verstoringen (leeftijd, roken, comorbiditeit) op de kwaliteit van leven werd als goed beoordeeld.

LifeLines Cohort studie

Ongeveer één procent van de Nederlanders hebben een verlaagde schildklierfunctie zonder dit te weten. Dit laatste aantal is veel groter dan tot nu toe werd aangenomen. Dit blijkt uit gegevens van het grote LifeLines-onderzoek, waarin het Universitair Medisch Centrum Groningen de gezondheid van in totaal 165.000 inwoners van Noord-Nederland volgt.

De mensen die niet wisten dat ze een verlaagde schildklierfunctie hadden, ervoeren tot de diagnose weinig tot geen klachten, dit ondanks hun schildklierprobleem. De verwachting is dat op het moment dat zij de eerste klachten ervaren en hiervoor naar hun huisarts gaan, hun gezondheid al verder achteruit is gegaan.

Resultaten

  • Onderdrukte TSH-waarden (TSH < 0,5 mU/L) werden gevonden in 114 deelnemers (1,2%), 8334 (88,8%) deelnemers hadden een TSH-waarde binnen het normale bereik, 973 deelnemers een TSH-waarde tussen 4 en 10 mU/L en bij 70 deelnemers werd een TSH-waarde > 10 mU/L gevonden.
  • Mannen hadden een hogere HR-QOL dan vrouwen, met uitzondering van het onderdeel ‘algemene gezondheid’. Mannen met een onderdrukte of verhoogde TSH-waarde scoorden niet veel lager dan mannen met een normale TSH-waarde voor een van de negen onderdelen van de RAND-36.
  • In vergelijking met vrouwen met een normale TSH-waarde, scoorden vrouwen met een onderdrukte TSH-waarde aanzienlijk lager in de onderdelen ‘fysieke werking’ en ‘algemene gezondheid’. Vrouwen met een aanzienlijk verhoogde TSH-waarde (> 10 mU/L) hadden een gezondheids-gerelateerde kwaliteit van leven die op alle onderdelen te vergelijken was met die van vrouwen met een normale TSH-waarde.

Er waren geen verschillen in de ‘Physical Composite Score’ (PCS; lichamelijke score) en de ‘Mental Composite Score’ (MCS; mentale score) tussen een van de groepen TSH. De lichamelijke en mentale scores werden vooral bepaald door wel/niet roken, comorbiditeit, BMI of taille-omtrek.

Conclusies

In dit onderzoek waren de scores van de gezondheids-gerelateerde kwaliteit van leven (HR-QOL) van deelnemers met een onderdrukte TSH-waarde of aanzienlijk verhoogde TSH-waarde over het algemeen niet aanzienlijk lager dan die van personen met normale of licht verhoogde TSH-waarden.

Reacties

Utrechtse zei…
Bij zo'n verrassende uitkomst ga je je toch afvragen of deze onderzoeksmethode wel valide is.
Hadewijch zei…
Ik had inderdaad weinig klachten, toen ontdekt werd dat ik een behoorlijk hoge TSH-waarde had. Helaas weet ik die waarde niet, maar die was zo hoog dat de internist die mij toen behandelde, opmerkte dat ik wel in coma had kunnen raken. Ik ervoer op dat moment vermoeidheidsklachten tegen een uur of 12 in de ochtend, maar kon toch in de middag nog wel weer vooruit op het werk. Ik had verder wat moeite met tegen de brug op fietsen (slappe dijbeenspieren). En beklaagde mij bij de bedrijfsarts over depressiviteit, die ik in verband had gebracht met het feit dat het op het werk niet meer zo lekker liep. De bedrijfsarts vond echter dat ik niet depressief was en als ik nog aan mijn levendige reactie op haar werkkamer met geweldig uitzicht denk, dan snap ik dat wel. Een jaar ervoor had ik 's nachts nogal eens last van hartkloppingen gehad. Dit zijn dan wel 'al mijn klachten'.