Hoge ouderdom en lage activiteit schildklier?

Een lage schildklieractiviteit is één van de erfelijke factoren die volgens een groep Leidse onderzoekers bijdraagt aan het bereiken van een zeer hoge ouderdom. Zij menen hiervoor opnieuw aanwijzingen gevonden te hebben met behulp van gegevens uit de ‘Leiden Lang Leven Studie’, meldden zij in Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism.

Het manco van dergelijke onderzoek is dat gekeken wordt naar gegevens bij groepen en dat er niet naar het individu wordt gekeken. Schildkliertje besteedt er daarom aandacht aan om patiënten te waarschuwen voor dergelijke inzichten.
Schildklierfunctie, dagelijks functioneren en overleving van de oudste ouderen; de 'Leiden 85-plus Studie'
J Gussekloo, E van Exel, AJM de Craen, AE Meinders, M Frölich en RGJ Westendorp
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:90-6

Aan de ‘Leiden Lang Leven Studie’ namen 421 families deel waarvan van alle broers of zussen minimaal 2 een zeer hoge leeftijd hadden bereikt (89 jaar voor mannen, 91 voor vrouwen). Uit de studie bleek al eerder dat de kinderen van de hoogbejaarde broers en zussen op middelbare leeftijd lagere schildklierhormoonspiegels hebben dan controlepersonen. Of er ook bij de langlevenden zelf een relatie bestaat tussen de schildklieractiviteit en langlevendheid is echter niet op dezelfde manier te onderzoeken vanwege een gebrek aan geschikte controlepersonen.

Het manco van dergelijke onderzoeken is dat naar groepen gekeken wordt en niet naar individuen.

Om toch meer duidelijkheid te krijgen over de relatie tussen schildklieractiviteit en langlevendheid bij de hoogbejaarde deelnemers aan de ‘Leiden Lang Leven Studie’, onderzochten Rozing en collega’s dit op een andere manier. Zij hebben de mate van langlevendheid binnen een familie berekend aan de hand van de leeftijd van overlijden van de ouders van de langlevenden en deze vervolgens gecorreleerd aan de schildklieractiviteit bij hun hoogbejaarde kinderen. De gedachte hierachter was dat eigenschappen gerelateerd aan langlevendheid, in dit geval een lage schildklieractiviteit, meer uitgesproken zouden moeten zijn bij een hogere mate van langlevendheid bij de ouders.

Dit bleek inderdaad het geval. Hoe lager de zogenoemde ‘family mortality history score’ van de ouders, hoe lager de niveaus van T4 en T3 bij hun hoogbejaarde kinderen. De resultaten ondersteunen eerdere bevindingen die suggereerden dat lage schildklieractiviteit een erfelijke factor is die betrokken is bij langlevendheid, concluderen de onderzoekers. Volgende onderzoeken zullen zich richten op het ontrafelen van de hierbij betrokken genetische mechanismen.




Reacties