Over gezondheidszorg, democratie en zorgconsumenten

Mensen krijgen met de ontwikkeling naar vraaggestuurde zorg en marktwerking een actievere rol. Van de patiënt of 'zorgconsument' wordt verwacht dat hij of zij zichzelf beter kan informeren over goede zorg, waar dat wel en niet te verkrijgen is en over nut en noodzaak van behandelingen. Verwacht wordt dat ze zelf kiezen naar welk ziekenhuis of welke specialist zij gaan. Op deze manier zouden ze zorgaanbieders dwingen goede kwaliteit te leveren tegen een scherpe prijs.

Leestips
Volgens Margo Trappenburg is deze ontwikkeling niet ingegeven door een beweging ‘van onderop’, dus door ongeruste patiënten die inspraak eisen. De democratie komt ‘van bovenaf’. Het is de overheid die de gezondheidszorg wilde hervormen, met als doel de almaar groeiende kosten te beheersen. Het oude verzekeringsstelsel prikkelde daartoe niet. Alles wat de dokter goed achtte, werd betaald.

Zij beschrijft hoe de overheid een aantal strategieën bedacht om haar invloed te vergroten. Een van die strategieën was om ‘de patiënt’ te organiseren als tegenhanger van het machtig medisch bolwerk dat zich maar niet liet reguleren. Vervolgens bleek het voor de overheid wel zo handig om één duidelijke gesprekspartner te hebben. En zo werd in 1992 de NPCF (nu Patiëntenfederatie) opgericht, als federatie van patiëntenverenigingen met een breed draagvlak. Een van de bedoelingen van de NPCF was dat ze collectieve contracten met verzekeraars zou sluiten, een andere was dat ze gesprekspartner zou zijn voor de overheid. Daarmee was de politieke figuur van de ‘zorgconsument’ geboren.



Reacties