Per jaar wordt de diagnose schildklierkanker gesteld bij ongeveer 350 patiënten. Bij 20% van die patiënten gaat het om medullair schildkliercarcinoom, afgekort MSC.
Calcitonine
In de schildklier maken de meeste cellen schildklierhormoon. Daarnaast zijn er cellen die calcitonine maken. Deze cellen noem je C-cellen. Calcitonine is een hormoon en regelt het kalkgehalte in het bloed. Medullair schildklierkanker ontstaat in de C-cellen. Van dit type kanker bestaan erfelijke vormen, namelijk het MEN 2-syndroom en het familiaire type medullaire schildklierkanker. Uit onderzoek blijkt dat een afwijking in de regeling van de celgroei in de C-cellen verantwoordelijk is voor het ontstaan van deze familiaire vorm van schildklierkanker. Het gaat om de werking van een receptor.
Receptor
Een receptor is een soort sleutelgat op de cel. Op dat sleutelgat past een sleutel. Hier is die sleutel een groeifactor, denk aan een suikerklontje. Aan de binnenkant van dit sleutelgat zit een enzym. Dat enzym maakt van het suikerklontje precies genoeg suikerkorreltjes. Hierdoor kan de C-cel gaan groeien. Bij MSC blijft het enzym werken ook als er geen suikerklontjes naar de cel komen. Het enzym blijft maar suikerkorreltjes maken. Hierdoor blijft de C-cel groeien. Er ontstaat zo kanker in de C-cel.
Vandetanib
Tot een paar jaar terug werd een patiënt met MSC geopereerd en plaatselijk bestraald. Met uitzaaiingen werd het al veel moeilijker. De farmaceutische industrie heeft nu medicijnen ontwikkeld die dat enzym, dat veel te hard werkt, kunnen remmen. Het gaat om medicijnen die als tablet zijn in te nemen. In 2008 zijn de resultaten van enkele onderzoeken van zo’n remmer gepresenteerd. Het gaat om het middel vandetanib (merknaam: Caprelsa (voorheen: Zactima)). Dit medicijn liet bij een deel van de patiënten een gunstig effect zien op de omvang van het MSC en met name ook op de vaak ernstige diarree.
Meer informatie
Reacties
Een reactie posten