Aandacht voor individueel TSH-FT4 setpoint is gewenst

Uit onderzoek blijkt dat iedereen een unieke schildklierfunctie heeft. De TSH en FT4 van een individu bestrijken een veel kleiner gebied binnen de referentiewaarden vergeleken met die van een groep. Een testresultaat binnen de referentiegrenzen van een laboratorium is daardoor niet per se normaal voor een individu. Omdat de TSH-waarde sterk reageert op kleine veranderingen van de FT4, kan een afwijkende TSH-waarde erop wijzen dat de FT4-waarde niet goed is voor een individu. Bij de diagnose en behandeling van schildklieraandoeningen is aandacht hiervoor gewenst.

A novel minimal mathematical model of the hypothalamus-pituitary-thyroid axis validated for individualized clinical applications
SL Goede, MK Leow, JW Smit, JW Dietrich

Set-point of the hypothalamic-pituitary-thyroid axis and individual TSH-range
The clinical significance of subclinical thyroid dysfunction
B Biondi en DS Cooper

Narrow individual variations in serum T4 and T3 in normal subjects: A clue to the understanding of subclinical thyroid disease
S Andersen, KM Pedersen, NH Bruun en P Laurberg

Iedereen een eigen setpoint

De ontdekking dat iedereen een eigen TSH-FT4 setpoint heeft, was in 2002 een grote doorbraak in het denken over subklinische schildklieraandoeningen.

Met de term setpoint wordt hier bedoeld dat de hypothalamus, de hypofyse en de schildklier hun hormonen op een niveau houden waarbij iemand zich goed voelt.

Een afwijkende TSH-waarde met een normale FT4-waarde noem je subklinische schildklierziekte. Dat onderscheid tussen subklinische en openlijke schildklierziekte (afwijkend TSH en afwijkend FT4) is willekeurig. Of iemands schildklier niet goed werkt kan je in feite pas goed bepalen als je zijn normale TSH-FT4 setpoint weet binnen de referentiewaarden van het laboratorium.

Verschillen tussen personen in het setpoint van de hypothalamus-hypofyse-schildklieras zijn genetisch bepaald. Dit is mogelijk de reden dat klachten en symptomen verschillen bij personen met dezelfde TSH en FT4. Ook zou dat mogelijk het verschil in biologische activiteit van schildklierhormoon per persoon kunnen verklaren.

Een normale TSH-waarde (zelfs lager dan 2,5 mIU/liter) is niet - zoals eerder gedacht - die gevoelige test om bij iemand een schildklierfunctiestoornis vast te stellen. Belangrijk is om laboratoriumresultaten te beoordelen samen met de klinische situatie, bijvoorbeeld iemands klachten en symptomen, de fysiologische status zoals leeftijd en zwangerschap, en onderliggende gezondheidstoestand (andere aandoeningen en medicijngebruik).

Reacties